Vandaag reis ik naar mijn thuisland Brabant, om precies te zijn naar Best. En niet voor zomaar iemand. Vandaag ga ik een heel speciaal en uniek persoon ontmoeten voor wie ik veel respect heb: Jaap Bressers. Zijn positieve energie straalt. Niet voor niets is zijn boek Waar een wiel is, is een weg het best verkochte managementboek van 2015. Jaap vertelt mij over het vinden van je droombaan.
1. Wat is een droombaan?
Het mooie aan een droombaan is dat die voor iedereen anders is. Je droombaan leer je vaak later kennen. Daarom is het belangrijk dat je in beweging blijft en niet blijft vasthouden aan de keuze die je als tiener hebt gemaakt. Op vijftienjarige leeftijd werd mij gevraagd wat ik later wilde worden. Die keuze heb ik eerst laten afhangen van vakken waar ik goed in was, dus niet waar ik passie voor had. Dit waren cijfertjes en economie, dus ik ging economie doen. Een droombaan is volgens mij meer dat je jouw passie uitoefent. Dat je iets moois doet voor jezelf én voor de ander. Je ziet dan de toegevoegde waarde die je mag leveren.
2. Hoe herken ik mijn droombaan?
Als je op zoek gaat naar een statisch iets, ga je hem nooit vinden. Een droombaan blijft in ontwikkeling. Nadat ik een duikongeval had gehad, wilde ik mijn master afronden en het liefst cum laude afstuderen. Ik zat in een rolstoel en wilde iets compenseren, misschien kon ik dan wel ergens binnen komen. Ik studeerde af met een 7,8 gemiddeld, net niet cum laude.
Later realiseerde ik me dat ik onzeker was over mezelf. Het veilige pad was management; vanaf mijn vijftiende was ik hier al aan aan het bouwen. Maar mijn hart zei iets anders: ga eens snuffelen, ga eens op zoek. Door dat te doen, kwam er veel meer ruimte. Het was geen rechte lijn. Mijn gevoel heeft me perfect geleid tot waar ik nu ben. Diep van binnen weet je het vaak al, er is een innerlijk verlangen om van betekenis te zijn. Je bent vijf dagen per week op je werk. Het is belangrijk dat je plezier haalt uit de dingen die je doet. Hoe gaaf is het om dat al die dagen te doen?
3. Hoe vind ik mijn droombaan? Waar moet ik beginnen?
De glimlachtest is heel mooi: denk ergens aan of doe iets. Krijg je er een glimlach van? Wanneer ik aan een podium denk, begin ik al te glimlachen. Je kunt zo heel makkelijk checken welk gedeelte van je werk je leuk vindt. Ik besteed dingen uit die niet door de glimlachtest komen. Eerst deed ik alles zelf, maar ik werd niet gelukkig van het inboeken van een inkoopfactuur. Een vriend van mij wel, dus hij doet dit nu. Daar zit het hem in, maak gebruik van elkaars talenten. Je hoeft niet alles zelf te doen.
Waar krijg jij een glimlach van? Als jij je passie uitoefent, is geld een logisch gevolg, of het maakt niet meer zo veel uit. Ik zal altijd iemand met passie verkiezen boven iemand die het laagste bod uitbrengt. Als je zo de mensen bij elkaar brengt, kom je veel verder. Als je iets vanuit je eigen passie doet, gaat het bijna als vanzelf.
4. Wat is jouw droombaan?
Het grappige is dat ik denk dat ik hem heb, en dat hij zich zal blijven ontwikkelen. Eerst was ik tonprater (een vorm van cabaret, red.), toen Nederlands eerste sit-downcomedian, nu ben ik spreker en auteur. Een lange tijd was Carré mijn doel, het summum, dan had ik het bereikt. Daar lag als het ware mijn droombaan. Maar Carré is geen doel, het is een middel. Ik denk dat we te vaak bezig zijn met daar waar we willen komen, in plaats van tevreden te zijn met waar we zijn en plezier hebben aan vandaag en morgen.
Ik heb plezier aan mijn droom, omdat deze in ontwikkeling is. Dit wil niet zeggen dat vandaag niet goed is. Sinds ik loslaat, kom ik veel verder. Het is niet de uitdaging om nog meer te werken, maar om een stapje terug te doen, met aandacht de dingen te doen die je wilt doen. Mensen proberen zich vaak staande te houden, ze oefenen taken uit waar ze niet gelukkig van worden. Als je mensen terugbrengt naar hun eigen kracht, kunnen ze hun toegevoegde waarde laten zien.
5. Welke keuzes heb jij gemaakt op weg naar je droombaan?
Ik heb gekozen om te kijken hoe ik mijn eigen toegevoegde waarde met iets kleins kan laten groeien. Ik vier de kleine momentjes, de Carlosmomentjes. Toen ik in het ziekenhuis lag, deden de meeste verplegers gewoon hun werk: ze checkten de monitor en liepen weer weg. Carlos zag niet de patiënt, hij zag mij! En hij gaf om mij als Jaap, niet om een reguliere duikpatiënt. Hij had aandacht voor mij. Dat maakte alle verschil. Volgens mij moet je kijken of je jouw leven kunt vullen met dat soort momenten. Dat je aandacht hebt voor de kleine dingen in je leven, niet alleen voor de grote.
6. Wat is je motto om door te gaan als je het even niet ziet zitten?
Waar een wiel is, is een weg.
Maak het niet te groot. Als ik naar Carré moet, dan gaat dat niet lukken. Kijk maar eens naar al die talenten en grootheden; wie ben ik dan? Er zijn honderd redenen om daar niet te komen. Inmiddels is het gelukt. Je hoeft er niet in één keer te zijn. Maak het behapbaar. Niet te veel vasthouden aan wat alles moet zijn. Als ik morgen iets moet bereiken, zeg ik eigenlijk dat vandaag niet goed genoeg is. Kijk meer naar vandaag. Wat is dan jouw uitgangspositie, waar wil je dan naartoe? Stop met het verleden te veranderen. Een mooie uitspraak vind ik altijd:
Loslaten is de hoop opgeven op een beter verleden.
7. Wat was het moment waarop je dacht ‘dit is het’?
Eigenlijk de eerste keer met tonpraten. De eerste keer op het podium dacht ik: wow, wat is dit gaaf! Toen deed ik iets wat ik niet eerder had gedaan. Het was puur om mijn omgeving te laten weten: Jaap is er nog. Het is erg wat er is gebeurd, maar ik ben er nog. Ik was Joop Antiloop, had het over Johnnie Walker en over een lopend buffet. Ik zag dat het zo’n ontlading bracht in de zaal. Hiermee kon ik mensen vermaken! Achteraf kreeg ik zulke mooie reacties. Mensen zeiden: ‘Je hebt mij kracht gegeven.’ Op het podium was ik daar helemaal niet mee bezig, ik had vooral veel plezier. Achteraf hoorde ik dat het een toegevoegde waarde had voor anderen. Toen dacht ik: wow, als dit ook kan! We denken vaak dat plezier alleen voor onszelf is, maar hoe bijzonder is het als je ook plezier aan anderen kunt geven?
8. Welke drie tips heb je voor young professionals?
1. Ga op zoek binnen in jezelf.
2. Laat je verbazen over je eigen talenten, je hebt er meer dan je denkt.
Een mooi voorbeeld is het verhaal van de aardbeientaart: onlangs had ik tijdens een van mijn presentaties een foto van een grote heerlijke aardbeientaart met een stukje eruit. Ik vroeg de zaal: ‘Wie ziet hier een aardbeientaart met een stukje eruit?’ Iedereen stak natuurlijk zijn hand op. We focussen ons vaak op dat wat mist, de rest zien we niet meer. Zie je wat er mist, of zie je nog elf heerlijke stukken aardbeientaart met slagroom? Genoeg voor jou en om uit te delen.
3. Ga eens op weg, zet die stap.
Hier heb ik ook weer een mooi voorbeeld bij. Ooit vertelde een docent over drie schattige, gele, pluizige eendjes. Een eendje zei: ‘Ik spring in het water!’ De docent vroeg hoeveel eendjes er aan de kant bleven zitten. Veel mensen antwoordden twee of geen eendjes. Want als er eentje springt, dan springen de anderen ook, toch? Het antwoord is drie. Het eendje zei namelijk: ‘Ik spring in het water.’ Hij deed het niet. Wil je iets bereiken in het leven, dan moet je wel de sprong wagen. Ga dus op weg en zoek naar je eigen waarheid.