
1. Nee heb je, ja kun je krijgen
Vragen als “Kan ik die persoon wel benaderen?” en “Waarom zou hij/zij mij willen spreken? Het is al zo lang geleden dat we elkaar ontmoet hebben” worden allemaal onder de tafel geveegd met deze oer-Hollandse uitdrukking. Gewoon proberen dus.
2. Wat zijn voor jou gelukkige momenten in je werk?
Als je deze vraag in een netwerkgesprek stelt, vertelt je gesprekspartner over de mooie momenten in het werk. Zo leer je veel over de kern van dat werk en bouw je een vertrouwensband op. Zie ook: Handige openingszinnen voor een netwerkevenement.
3. Je weet nooit hoe een koe een haas vangt
Sommige mensen hebben het gevoel dat ze niet in de wieg gelegd zijn voor netwerken. Het klinkt niet zo aardig om vergeleken te worden met een koe, maar anderzijds leg je de lat zo wat lager voor jezelf.
4. Netwerken is experimenteren
Hoewel je netwerken planmatig kan aanpakken, blijft het onzeker wat de uitkomsten zijn. Je belt een interessant contact en het eerste dat hij zegt is: “Ik word wegbezuinigd, weet je nog een leuke baan voor me?”. Je wordt doorverwezen naar iemand die vervolgens pas over drie maanden een gaatje in haar agenda heeft. Je wandelt op zondag en komt een oud-collega tegen die jou graag wil bijpraten. Door netwerken te zien als experimenten, kun je er gericht van leren en genieten van wat er goed gaat en wat er mis gaat.
5. Begin bij het begin, ga door tot het einde en stop dan
Deze zin komt uit Alice in Wonderland. Loek Bergman: “Er zijn nauwelijks onafhankelijke criteria (onder normale omstandigheden), er staat nergens geschreven wat ik moet gaan doen, de enige richtlijn, die ik daadwerkelijk heb, is mijn intuïtie en die hoeft niet na te denken, daar kan ik mij met vertrouwen aan overgeven. Deze zin gaat daarmee ook over het overwinnen van de koudwatervrees, het eraan overgeven en aangaan.”
