Zelfkennis is hip. Testen die je zelfkennis uitbreiden ook. Persoonlijkheidstyperingen, groepsroldefinities, denkvoorkeuren of gedragsdominanties lijken mateloos populair te zijn.
Omdat ik rood ben
‘Dat komt toch omdat ik rood ben?’ vragen vrienden weleens tijdens dinertjes, als ze proberen duiding te geven aan hun gedrag. ‘Zal ik zo’n associatietest doen?’ vroeg vandaag een loopbaancoachee nog aan me, die zijn zoektocht naar een gelukkiger werkend leven net is gestart. Mijn standaardantwoord is nee. Niet dat psychologische testen hun werk niet doen; er zijn ruim voldoende betrouwbare instrumenten op de markt. Maar het idee dat je een test nodig hebt om jezelf beter te leren kennen stoot mij bij voorbaat af. Hoe komen we bij die aanname dat we iets buiten onszelf nodig hebben om onszelf beter te leren kennen?
Intuïtie
Ons handelen wordt voor het merendeel bepaald door onze intuïtie. Maar slechts een klein deel van onze intuïtie kunnen we verklaren, laat staan dat we er taal aan kunnen geven. Ondanks uitgebreid onderzoek naar het brein en de cognitie, kunnen we nog niet voldoende verklaren waarom een moeder aan de andere kant van de wereld weet dat er iets mis is met haar kind. Of hoe we ineens ‘aanvoelen’ dat er iemand achter ons loopt, of dat er iets mis is aan de uitdrukking op het gezicht van onze geliefde. Het enige dat we weten is dat we iets weten, zonder te weten waarom we het weten.
Sociaal handig
We kunnen slechts een fractie van onszelf verkennen. En slechts een fractie daar weer van kunnen we kwijt in een test. Hoeveel zegt die test dan eigenlijk nog over onszelf als geheel? Ik bedoel, natuurlijk is het handig om een kleur, een letter of een koosnaam te weten waarmee je kunt duiden wie je bent. Want nu we eenmaal allemaal weten waar ‘rood’, ‘J’ of ‘plant’ voor staat, is het makkelijker praten met de mensen om ons heen, over onszelf. Of over waarom we anders zijn.
Wat we soms vergeten is dat de lading daarmee niet gedekt is. Want wees nou eens eerlijk, wat levert het je op om te weten dat je een ‘J’ bent, behalve de bevrediging van het hebben van een antwoord op een vraag die niet volledig beantwoord kan worden?
Vertrouwen
Mijn loopbaancoachee staart me aan. ‘Ik weet eigenlijk best veel over mezelf’, biecht hij op als ik hem confronteer met de vraag wat hij denkt dat een test hem meer zal geven dan alles dat hij de afgelopen periode al zelfstandig over zichzelf te weten is gekomen. ‘Ik durf er alleen nog niet op te vertrouwen’, vertelt hij er stiller achteraan. Herkenbaar. Onze geest is niet alleen complex maar ook heel wijs. Dat onze middelen beperkt zijn om uit te drukken wat we allemaal van binnen ervaren, wil niet zeggen dat de informatie minder waard is. Toch is het vertrouwen in onszelf, zonder het volledig te weten, het spannendste wat er is. Het vraagt moed en geduld om geen ‘J’ te zijn, maar een vraagteken boven wie je bent te zetten.
Jezelf zoeken
Toch is dat precies wat er voor nodig is om eer te doen aan dat complexe zelf dat zich nooit helemaal zal laten vangen in een talige test over jezelf. ‘Altijd naar jezelf te mogen zoeken,’ schrijft Toon Tellegen, ‘hoe fijn zou dat niet zijn.’ Wat hij er niet bij vermeldde, was dat het niet per se makkelijk zou zijn…