In de middeleeuwen brak er in Europa een mysterieuze ziekte uit: de Sint Vitus dans. Een zogeheten dansplaag. Grote groepen mensen begonnen uit het niets te hallucineren en maakten schokkende bewegingen. Na deze dans vielen mensen op de grond en sommigen stierven ter plekke van uitputting. Dit is een van de eerste gedocumenteerde vorm van massahysterie. Nog steeds zijn er meer vragen dan antwoorden over het ontstaan ervan. Wat we wel weten is dat deze uitbraken volgden na periodes van rampspoed. Ik verwacht niet dat deze mysterieuze ziekte een comeback gaat maken in de 21e eeuw. Toch zag ik opeens bepaalde overeenkomsten met het heden. Want volgens mij zijn we niet zo heel ver verwijderd van een algehele uitputtingsslag.
Meer of minder?
Er lijkt een sterkte behoefte aan minder. Minder spullen, minder online zijn, minder druk zijn, minder suiker, minder bullshit. Tegelijkertijd is er een onstilbare honger naar meer. Er wordt meer gewerkt dan ooit. Het is de en-en-en-generatie. Carrières worden gecombineerd met een eigen ondernemingen. Families, huishoudens. Sporten als een malle. Hechte vriendschappen, enerverende hobby’s. Alles ligt op ons bord en meer.
De gezondste, beste en meest vitale versie van jezelf
En met wat er op dat bord moet liggen, daar is ook van alles mee aan de hand. Want naar wie moeten we hierin luisteren om de gezondste, beste en meest vitale versie van onszelf te zijn? Welke Instagramgoeroe heeft HET antwoord? Onze voeding gaat op de schop en we weten niet naar wie we moeten luisteren. Voor de algehele zekerheid neem ik mijn dagelijkse dosis zoute drop. Net als vroeger bij oma. Ze bewaarde ze altijd in een blikje in de koelkast. Nog steeds trouwens. Dan is het extra hard kauwen. Love it. Dus bij ons staan ze ook in de koelkast. Een vleugje nostalgie en die suikers, die doen me toch denken aan die goede oude tijd.
Meer vs. minder: we willen het allebei
En toch willen we minder. Ik vraag me af of dat echt zo is. Want waarom doen we dan niet gewoon collectief een paar stappen terug? Zetten we op zondag onze telefoon uit in het kader van de rustdag zoals hij bedoeld was. Gaan we meer wandelen in plaats van sprinten. Lezen we boeken in plaats van de zoveelste zinloze social media post. Het lijkt alsof meer en minder wat wringen. Niet verenigbaar zijn. Het is als een soort kantelpunt waar we ons op bevinden. Volgens mij willen we het allebei.
Stel je voor dat je gewoon op de bank zit te niksen
Ik lees op dit moment een boek over hoe je ervoor kunt zorgen dat je je minder druk maakt, voelt en bent. In dit boek staat dat druk zijn een modeverschijnsel is geworden. Het is als een antwoord om je achter te verschuilen. En we concurreren allemaal tegen elkaar op. Want stel je voor dat je niet druk bent, maar gewoon op de bank zit te niksen. Is dat nog ok? Het nieuwe hip? Of moet je gewoon je leven beleven. Dat is niet interessant of nieuwswaardig. Al die drukte, die we vooral dus ook heel erg zelf creëren en maken, zorgt ervoor dat we altijd aan staan. In verbinding zijn.
Vroeger was het beter overzichtelijker
Vroeger was alles een stuk overzichtelijker voor ons vrouwen. Niet dat ik naar die tijd terug zou willen gaan, maar je wist in ieder geval waar je stond. Wat je plek was. Dat was voor het grootste gedeelte thuis. Achter het fornuis met een kind die aan je schort trekt en zeurt om een kaakje. Of een zout dropje uit de koelkast. Wanneer je een kader geschetst krijgt en je weet welk pad er voor je klaar ligt, hoef je het alleen nog maar te bewandelen. Een stuk overzichtelijker dan het heden, lijkt me.
Sta even stil
Waar doen we het voor? Dat is denk ik een belangrijk vraag die we af en toe onszelf op een stil moment kunnen stellen.
En wanneer je alles wilt. En meer, en minder, pak het leven bij de lurven. Dans je eigen dans. Durf te kiezen. Ook zo af en toe voor jezelf. Want daar wordt niemand minder van. Of meer. Jawel. Jij.