Een deelnemer van één van mijn trainingen hangt aan de telefoon. Hij vertelt dat het thuis niet zo goed gaat, waardoor hij opziet tegen de training. Hij wil er alles uithalen, met energie en pro-activiteit in de training zitten. Maar hij weet nu al dat het hem niet gaat lukken, terwijl hij er toch zo naar uitkeek. “Ik ben mezelf gewoon even niet nu, en daar baal ik van.” Alles in zijn stem geeft weg dat hij teleurgesteld is. In zichzelf.
Niemand anders
Even jezelf niet zijn. Kan dat eigenlijk wel? Volgens de psychologie niet. Alle delen van jezelf zijn altijd aanwezig, benadrukken mijn eigen leraren regelmatig met opgeheven wijsvinger. Mijn therapeuten-opleiding gaat uit van een holistisch perspectief, ieder mens heeft altijd alles van zichzelf bij zich. Ik ben geneigd het met ze eens te zijn, ondanks de strengheid van hun kronkelige, wijzende vingertje. Want, ga nou eens na, als je jezelf (even) niet bent, wie ben je dan? Iemand anders? Of niemand anders? Onmogelijk, geef toe.
Alles op z’n kop
Toch hebben we vaak de indruk dat we onszelf niet zijn. Of althans, ervaren we de noodzaak om dit aan de wereld om ons heen te communiceren. Heel begrijpelijk. Als de zaken waar je in je leven waarde aan hecht even helemaal anders lopen dan je gehoopt had, dan wil je misschien ook even jezelf niet zijn. Dan wil je inderdaad misschien voor even heel iemand anders zijn. Iemand anders die dit overkomt en niet jij-‘zelf’.
Je moet het doen met jezelf
De deelnemer praat door. “Moet ik nu komen of juist niet? Dat is het dilemma waar ik mee worstel. Misschien kan ik de training beter inhalen als alles voorbij is en het weer beter met me gaat.” Ik steek er snel een stokje voor. Of hij toch wil komen, en graag met al zijn ‘zelven’. Die zelf die niet wil komen, die zelf die zo ambitieus is en nu teleurgesteld raakt, de zelf die het allemaal niet kan bolwerken en liever even geen zelf meer is. En de zelf die me opbelt en twijfelt. Hij moet lachen. Hij had toch gehoopt thuis te kunnen blijven en al die ‘zelven’ even verstopt te houden, geeft hij fluisterend terug na mijn moralistisch voorstel.
Ik geef toe. En stel me voor dat hij lekker op de bank gaat zitten met al die zelven, een biertje inschenkt en morgenavond naar een slechte SciFi film kijkt, terwijl wij in de training nog aan de bak zijn. Jezelf niet zijn is niet mogelijk. Maar net alsof doen wel. En dat kan heel fijn zijn als alles flink tegen zit!