– Hoe gaat het met je?
– Goed!
– Dat zeg jij zeker altijd?
Zeg ik het zomaar of meen ik het?
Uhm. Ik moet even nadenken bij deze opmerking die ik terugkrijg van een bekende die langs komt op de koffie. Zeg ik het zomaar of meen ik het? Ik bedoel, ja, de wallen onder mijn ogen zijn donkerder dan ooit, ik zit al maanden thuis wegens een complexe zwangerschap (die gelukkig goed tot z’n einde is gebracht), ik moet over drie weken ons nieuwe huis gaan verbouwen, ben net weer gestart met werken terwijl het een chaos in mijn hoofd is en mijn peuter net heeft besloten dat hij nu wel toe is aan zindelijk worden. Uhm.
Toch heb ik het antwoord vanuit mijn hart gegeven en niet zomaar uit automatisme. Ik voel me tevreden en daardoor gelukkig, misschien wel gelukkiger dan ooit. Ondanks de vermoeidheid, het gemis van een sociaal een cultureel leven en zwaar beperkte tijd voor mezelf. Of misschien wel juist daardoor.
Illusies
Geluk is gevuld met illusies volgens een van mijn favoriete filosofen: Coen Simon. In zijn boek: Wachten op Geluk beschrijft hij hoe het verlangen in onze levens belangrijker is dan het daadwerkelijk vinden van dat waar we naar verlangen. Want eenmaal verkregen is onze ervaring alweer vervlogen, waardoor we in het hier en nu eigenlijk niet meer weten of dat waar we naar verlangde ook dat is wat we verkregen hebben. Maar hoe kunnen we dan ooit tevreden zijn?
Tevreden zijn
Volgens zijn collega filosoof Seneca (een Stoïcijn uit de oudheid) hebben we tevredenheid hard nodig om gelukkig te zijn. Hij schrijft:
Geluk is het aanhouden van een evenwichtige koers, waarbij we met onszelf steeds in vrede en tevreden zijn, zorgen dat onze vreugde niet wordt verstoord en gelijkmatig blijven, zonder grote ups en downs.
Saai! Toch?! Want wie wil er zonder ups and downs leven? We zijn toch juist op zoek naar de ups? En krijgen de downs er dan ook als vanzelf bij. Toch denken de moderne psychologen dat hoe minder we hebben, hoe gelukkiger we zijn. Hoe meer we in het leven tot onze beschikking hebben en met hoe meer keuzes we te maken krijgen, hoe ontevredener en ongelukkiger we zijn.
Dus ja, het gaat goed. Ik heb heel weinig te kiezen. Omdat mijn leven als moeder van twee kleine jongens vrijwel voor mij bepaald wordt (in plaats van door mij). Mijn vrijheid is minder geworden. Mijn geluk groter. Wie had het gedacht?