Soms is het eerste commentaar dat ik in een workshop rond burn-out symptomen en burn-out preventie krijg: Oh, maar dat is toch gewoon geacteerd. Dat is jammer, want er is heel wat leed op de werkvloer. Anderzijds ontken ik niet een vorm van ongepaste besmetting. Inderdaad lijdt een medewerker niet aan dit syndroom na een maand hard werken. Deze toestand van chronische stress, waarbij het hormoon cortisol een ravage aanricht in je hoofd en je lichaam, komt heel sluipend en op een lange termijn tot stand.
Oorsprong van burn-out
De psycholoog die als eerste de term burn-out en dit syndroom heeft beschreven, is Herbert J. Freudenberger. Een psychiater en psycho-analyst die geboren is in 1926 in Duitsland en als 15-jarige is gevlucht naar de Verenigde Staten. In 1970 werkte hij als vrijwilliger in een free clinic in New York waar drugsverslaafden hulp kregen. Daarnaast had hij een baan in het ziekenhuis waar hij dagelijks werkte van 8 tot 18 uur. Wanneer ze tegen hem zeiden: Je werkt teveel, antwoordde hij pertinent: Tja, maar velen hebben mijn hulp nodig, ik zou eigenlijk nog veel meer moeten werken.
De eerste burn-out
Na verloop van tijd werd hij steeds magerder en tegelijkertijd cynischer, hij betrapte zich erop dat hij niet meer goed reageerde op vragen van patiënten. Op een dag zou hij op reis gaan met zijn familie. Die vlucht vertrok zonder hem en hij sliep drie dagen lang. Toen hij wakker werd pakte hij zijn dicteerapparaatje en begon te vertellen wat er met hem gebeurde. Hij deed een complete zelfanalyse.
Hij noteerde 12 burn-out symptomen:
- Ambitie, jezelf willen bewijzen
Obsessief jezelf willen bewijzen en veel te geven hebben op je werk. Dit komt voor bij de beste werknemers. Je wilt graag verantwoordelijkheid nemen, je wilt groeien, toont veel enthousiasme, wilt graag erkend worden en je streeft naar excellentie. - Harder werken
Je professionele knop gaat zelden uit. Bijvoorbeeld doordat je tot laat doorwerkt, thuis verder werkt en altijd beschikbaar bent. - Zelf verwaarlozing
Je erkent je eigen menselijke en vitale behoeften niet meer: slaap, een gezond dieet, sociale contacten. Je neemt weinig tijd om te ontspannen en weer op krachten te komen. - Wegwuiven van conflicten en spanningen
Problemen worden weggeduwd. Je voelt aan dat er dingen misgaan, maar probeert dit zo goed mogelijk te ontlopen. Soms gaat dit gepaard met paniekgevoelens of dat je jezelf bedreigd voelt. - Verschuiving van je waarden
Werk is alom aanwezig in je leven. Andere levensdomeinen en waarden moeten het onderspit delven: gezin, gezondheid, hobby’s, sociale contacten… Je isoleert jezelf meer en meer. - Ontluikende problemen worden ontkend
Je wordt onverdraagzamer. Anderen worden gezien als lui, vervelend, veeleisend, dom… Sociale interacties op je werk en thuis worden harder; cynisme en agressie nemen toe. Problemen breng je in verband met de werkdruk en je werk. Je hebt het moeilijk om naar eigen veranderingen te kijken. - Jezelf terugtrekken
Je sociale leven wordt klein. Stress kanaliseer je mogelijk door middelenmisbruik: alcohol, medicijnen, drugs… - Gedragsveranderingen
Je omgeving, zoals vrienden, collega’s en familie, stellen veranderd gedrag vast en maken zich zorgen. - Depersonalisatie
Je eigen behoeften misken je totaal en de boodschap van anderen ontvang je steeds slechter. - Innerlijke leegte
Je neemt een innerlijke leegte waar. Een hol gevoel dat het risico loopt om opgevuld te worden door emotioneel eten, drank, seks of overdreven sporten. - Depressie
Apathie, je machteloos of verloren voelen; je ziet de toekomst donker tegemoet. - Instorten
Mentaal en/of fysiek. Je hebt dringend medische en psychologische zorg nodig.
- Ambitie, jezelf willen bewijzen
Als je deze symptomen bij jezelf herkent, moet je maatregelen nemen. Als je nog twijfelt kan je bijvoorbeeld onze burn-out test doen, maar beter is het om bij twijfel naar je huisarts te gaan en je twijfels of klachten te delen!