Het schrijven van mijn eerste sollicitatiebrief kostte me twee dagen. Ik solliciteerde bij een organisatie voor cultuurreizen die nu niet meer bestaat. Ik wilde dichter en reisleider worden. Na die twee dagen zwoegen was ik overtuigd dat ik de baan zou krijgen. Toen de afwijzing kwam, was ik diep teleurgesteld. Navraag leerde dat honderden mensen hetzelfde dachten.
9 leuke telefoongesprekken
Tegenwoordig schrijf ik geen sollicitatiebrieven meer. Als ik een interessante functie zie, bel ik op om te onderzoeken of de functie bij mijn profiel past. Negen van de tien keer heb ik sowieso een leuk gesprek. Waarin ik nieuwe ideeën in mijn schoot geworpen krijg. Een nieuw contact opdoe. En als mijn profiel past, nodigt mijn gesprekspartner me meestal uit om meteen mijn CV op te sturen, zonder brief. Of we maken gelijk een afspraak. Blijkt mijn profiel niet te passen, dan schrijf ik dus niet. In beide gevallen scheelt het me anderhalve dag werk.
Romanschrijver
Ik ken mensen die minimaal vijf brieven per week schrijven. Zonder van te voren te bellen. Zonder daarna te bellen waarom ze afgewezen zijn. En deze mensen ambiëren het meestal niet om romanschrijver te worden.
Ongelezen brief
Eigenlijk vind ik dat organisaties niet meer om brieven mogen vragen. Vaak wordt de brief niet eens gelezen en werpt de verantwoordelijke alleen een korte blik op het CV. Een korte motivatie in het Email bericht is meer dan voldoende.
Bellen, bellen en nog eens bellen
Bescherm jezelf dus tegen gekneusde vingers van het typen van al die brieven. Doe wat wél zinvol is om de baan te vinden die bij je past: bellen, bellen en nog eens bellen. Mij levert het veel tijdwinst en enthousiasme op. Wat wil je nog meer?!