En daar sta ik dan. Midden in de storm in zó’n grote file dat ik vermoed dat ik er nooit meer uit zal komen. In mijn achterhoofd galmt de vriendelijke maar ook dwingende stem van mijn vriend: Als je niks kan doen aan de buitenkant zit de oplossing van binnen. Grrr. Ik weet het, ik ken het, ik leer het anderen. En toch: ik moet mezelf echt bedwingen om rustig te blijven. Waarom vandaag, waarom ik, waarom nu juist op deze dinsdag? Gedachten die niet helpen. De file wordt er niet minder om en mijn humeur zeker niet beter. Agressief grijp ik naar een luister-CD die ik speciaal heb aangeschaft voor dit soort momenten: als ik zeer overtuigd ben dat mijn tijd (en dus ook meteen mijn hele leven) nutteloos voorbij tikt.
Gevangen in de drang om voort te maken
En dan vult de auto zich met een kalme, warme, speciale luisterboekenstem. Waar ik soms intens van kan genieten. Maar deze keer niet. Ik luister nauwelijks, ben volledig gevangen door mijn drang om voort te maken, om in beweging te komen. Ik zucht. Hoe kan het toch dat ik zo in elkaar zit?
Drie keer diep zuchten
Zuchten helpt. Beter dan die stem die uit mijn boxen komt. Ik zet het geluid af. En zucht nog drie keer diep. En probeer te voelen. Mijn lichaam. Te luisteren. Naar mijn denken. Het net op te halen, van mijn gevoelens. Ik kalmeer. En hoor ineens het kloppen van mijn eigen hart weer. De adem die ik in- en uit blaas.
Zo zit ik nu eenmaal in elkaar, dus.
Ik weet het. Zo zit ik nu eenmaal in elkaar. Dat ik onrustig word als iets wat ik als doel heb gesteld niet lukt. En dat mijn meest gebruikte strategie pushen is. Tot dat het lukt. En dat ik daardoor soms grommend en piepend de eindstreep haal. Omdat ik het niet kan tolereren dat ik de streep niet haal.
Ik zit nu eenmaal zo in elkaar. En gelukkig kan ik het ook anders…